WIPO Domain Name Decision DNL2014-0041 for anonimiseringsverzoek.nl
Karar Dilini Çevir:
WIPO Domain Name Decision DNL2014-0041 for anonimiseringsverzoek.nl
WIPO Arbitration and Mediation Center UITSPRAAK GESCHILLENBESLECHTER Eiser v. Verweerder Zaaknr. DNL2014-0041 1. Partijen
Hoewel daar niet door de Eiser om is verzocht heeft de Geschillenbeslechter besloten, gezien de aard van dit geschil, deze beslissing te anonimiseren. Weliswaar is volledige anonimiteit in de online wereld niet of nauwelijks te bewerkstelligen, maar anonimisering van de beslissing kan aantasting van de privacy van partijen beperken. De Geschillenbeslechter gaat ervan uit dat daarmee de belangen van beide partijen zijn gediend.
De Eiser is [Naam] uit [Plaats], Nederland, vertegenwoordigd door CMS Derks Star Busmann, Nederland.
De Verweerder is [Naam] uit [Plaats], Nederland. 2. De Domeinnaam
De onderhavige domeinnaam (de “Domeinnaam”) is geregistreerd bij SIDN via [deelnemer]. 3. Geschiedenis van de Procedure
De Eis is ingediend bij het WIPO Arbitration and Mediation Center (het “Instituut”) op 16 september 2014. Het Instituut heeft op 17 september 2014 per e-mail een verificatieverzoek aan SIDN gestuurd met betrekking tot de Domeinnaam. In antwoord hierop heeft SIDN op 19 september 2014 bevestigd dat de Verweerder geregistreerd staat als de domeinnaamhouder en heeft SIDN de contactgegevens van de Verweerder overgelegd. Het Instituut heeft vastgesteld dat de Eis voldoet aan de formele vereisten van de Geschillenregeling voor .nl-domeinnamen (de “Regeling”).
Overeenkomstig de artikelen 5.1 en 16.4 van de Regeling heeft het Instituut de Verweerder formeel op de hoogte gesteld van de Eis en is de procedure op 22 september 2014 aangevangen. In overeenstemming met artikel 7.1 van de Regeling was de laatste datum voor het indienen van het Verweerschrift
12 oktober 2014. De Verweerder heeft geen Verweerschrift ingediend. Dienovereenkomstig deelde het Instituut op 13 oktober 2014 mee dat de Verweerder in gebreke was gebleven.
Het Instituut heeft Wolter Wefers Bettink op 27 oktober 2014 benoemd als Geschillenbeslechter in deze zaak. De Geschillenbeslechter stelt vast dat de Geschillenbeslechter correct is benoemd. De Geschillenbeslechter heeft de Verklaring van Onpartijdigheid en Onafhankelijkheid aan het Instituut overgelegd, zoals vereist overeenkomstig artikel 9.2 van de Regeling. 4. Feitelijke Achtergrond
De Eiser is docent aan Hogeschool X. De Verweerder is een ex-student van de Eiser en heeft op [datum] de Domeinnaam geregistreerd. Op diezelfde datum heeft de Verweerder een website verbonden aan de Domeinnaam waarop onder meer de volgende mededelingen worden gedaan:
“Als slachtoffer heb ik alles van dichtbij mee mogen maken. Ik weet dus als geen ander hoe kwetsend, vernederend en beschadigend het misbruik is waaraan je wordt onderworpen. Voor mij is het daarom totaal onacceptabel dat [Eiser] nog steeds les geeft. [Hogeschool X] hoort een plek te zijn waar je je als student veilig en op je gemak voelt. Het is daarom onacceptabel dat studenten worden blootgesteld aan een sadistische narcist zoals [Eiser].”
“Het mag wel duidelijk zijn dat [Eiser] niet goed bij zijn hoofd is.”
“[Eiser] is namelijk een echte 'taalnazi' en bij vakken als [X] en [Y] val je als student met spellingsproblemen snel door de mand.”
“Je kan [Eiser] nog het beste vergelijken met een pedofiel in een kinderopvang.”
“[Hogeschool X] weigert om daadkrachtig op te treden tegen deze zieke man en dat is voor mij de aanleiding geweest om deze website te maken.”
“Het komt er dus op neer dat een docent jarenlang studenten kan terroriseren zonder dat dit gevolgen heeft.”
De advocaat van Hogeschool X heeft op [datum] de Verweerder schriftelijk gesommeerd de website offline te halen. Voorts heeft de directeur van Hogeschool X op [datum] aangifte gedaan van belediging, smaad en laster bij de Regiopolitie [Regio]. Vanaf [datum] is in landelijke media aandacht besteed aan de website van de Verweerder. Op [datum] heeft de Verweerder de website offline gehaald.
Bij brieven van [datum] en [datum] heeft de advocaat van Hogeschool X eisen gesommeerd onder meer om de Domeinnaam aan Hogeschool X over te dragen. Daaraan heeft de Verweerder geen gevolg gegeven. 5. Stellingen van Partijen A. Eiser
De Eiser stelt dat de Domeinnaam identiek is aan dan wel overeenkomt met de in de Gemeentelijke Basisadministratie geregistreerde persoonsnaam van de Eiser.
De Eiser stelt dat de Verweerder geen recht heeft op of geen legitiem belang heeft bij de Domeinnaam omdat de Verweerder deze louter heeft gebruikt om de Eiser te schaden door voor hem schadelijke inhoud via een daarmee verbonden website te verspreiden. De uitlatingen op de website zijn civielrechtelijk onrechtmatig en strafrechtelijk laakbaar, aldus de Eiser.
Volgens de Eiser dient, voor zover de Verweerder een legitiem belang mocht hebben, het belang van de Eiser zich te verzetten tegen dit gebruik van zijn persoonsnaam te prevaleren.
De Eiser stelt voorts dat de registratie en het gebruik van de Domeinnaam te kwader trouw zijn. Volgens de Eiser duiden de feiten erop dat de Verweerder, nadat hij was afgestudeerd aan Hogeschool X, zijn ongenoegen met de Eiser wilde openbaren middels de website onder de Domeinnaam. Deze website heeft van meet af aan gediend als “haatsite” van de Verweerder tegen Hogeschool X en de Eiser, aldus de Eiser. De Domeinnaam is volgens de Eiser geregistreerd met de bedoeling om onrechtmatige uitlatingen te plaatsen over de Eiser en daarmee aan de Eiser schade te berokkenen. Door te weigeren de Domeinnaam over te dragen belet de Verweerder de Eiser om zijn persoonsnaam zelf als Domeinnaam te registreren, zo stelt de Eiser ten slotte. B. Verweerder
De Verweerder heeft geen Verweerschrift ingediend. 6. Oordeel en Bevindingen A. Identiek of Verwarringwekkend Overeenstemmend
De Eiser beroept zich op zijn in de Nederlandse Gemeentelijke Basisadministratie (“GBA”) geregistreerde persoonsnaam (artikel 2.1, sub a, onder II van de Regeling), maar heeft geen uittreksel uit de GBA overgelegd of enig ander document waaruit blijkt dat het hier een in de GBA geregistreerde persoonsnaam betreft. Hoe dit ook zij, gezien het feit dat (a) de Domeinnaam een persoonsnaam omvat die overeenstemt met de persoonsnaam van de Eiser en (b) blijkens de door de Eiser overgelegde prints van de website onder de Domeinnaam de naam van de Eiser vele malen op die website wordt genoemd, is naar het oordeel van de Geschillenbeslechter voldoende aannemelijk dat de naam welke is opgenomen in de Domeinnaam de persoonsnaam van de Eiser betreft, zodat aan het doel van artikel 2.1 sub a, onder II van de Regeling is voldaan.
De Domeinnaam bestaat uit de persoonsnaam van de Eiser met het suffix .nl en stemt derhalve verwarringwekkend overeen met de persoonsnaam van de Eiser. B. Recht of Legitiem Belang
De Geschillenbeslechter begrijpt de stellingen van de Eiser aldus dat, nu het enige belang van de Verweerder bij de registratie en het gebruik van de Domeinnaam zou bestaan uit het middels een website onder de Domeinnaam kunnen verspreiden van schadelijk informatie over de Eiser, de Verweerder geen legitiem belang heeft bij de Domeinnaam.
Voorop staat dat op de website die is verbonden aan de Domeinnaam kritiek wordt uitgeoefend op de wijze van lesgeven van de Eiser en wordt betoogd dat Hogeschool X na een klacht daarover van de Verweerder naar de mening van de Verweerder onvoldoende daartegen is opgetreden. Het recht om vrijelijk informatie te ontvangen en te verspreiden is van vitaal belang in een democratische samenleving. Bij de beoordeling van het legitiem belang zal dan ook rekening moeten worden gehouden met het grondbeginsel van vrijheid van meningsuiting, dat daarvan deel uitmaakt. Dat is echter geen absoluut recht en vindt zijn begrenzing onder meer in de rechten en vrijheden van anderen. In de Nederlandse rechtspraak is meermalen uitgemaakt dat, indien de verweerder de bedoeling heeft een misstand aan de kaak te stellen - waarvoor de vrijheid van meningsuiting bij uitstek bedoeld is - dat belang niet wordt gediend als de uitlatingen op de website zeer negatief en diffamerend zijn, de kritiek niet feitelijk is onderbouwd en uitlatingen worden geplaatst zonder dat wederhoor wordt toegepast (zie onder meer Vzr. Rb Dordrecht 29 november 2012, DomJur 2013-926, ); Vzr. Rb Haarlem 2 augustus 2012, DomJur 2012-893
).
Naar het oordeel van de Geschillenbeslechter is dan ook denkbaar dat een Nederlandse rechter zou oordelen dat in dit geval bovenbedoelde grenzen van de vrijheid van meningsuiting zijn overschreden. Verweerder heeft (door geen verweer in te dienen) immers niet onderbouwd dat de beschuldigingen die op de website zijn geuit voldoende grond vinden in de feiten, terwijl ook geen wederhoor lijkt te zijn toegepast. Mede gezien deze omstandigheden zou de Nederlandse rechter, in het licht van bovenbedoelde rechtspraak, kunnen oordelen dat de vrijheid van meningsuiting het gebruik van woorden als “taalnazi”, “sadistische narcist”, “zieke man” noch de vergelijking met “een pedofiel in een kinderopvang” niet rechtvaardigt, nu aannemelijk is dat deze diffamerend zijn en de reputatie van de Eiser bovenmatig kunnen schaden.
Wat daar van zij, in het kader van dit geschil is doorslaggevend dat de vrijheid van meningsuiting niet zonder meer het recht omvat om ter verspreiding van informatie over de Eiser gebruik te maken van een domeinnaam die bestaat uit de naam van de Eiser. De Geschillenbeslechter oordeelt dat de Verweerder voor het door hem beoogde doel een andere domeinnaam had kunnen registreren, en dat het daarvoor niet noodzakelijk was om de Domeinnaam, welke slechts bestaat uit de naam van de Eiser, te registreren. Bovendien kan het gebruik van de Domeinnaam verwarring creëren, omdat daardoor ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat de Domeinnaam leidt naar een website van of goedgekeurd door de Eiser (zie Eiser v. Verweerder,WIPO Zaaknr. DNL2010-0056).
Op grond van deze omstandigheden concludeert de Geschillenbeslechter dat de Verweerder geen recht of legitiem belang heeft bij de Domeinnaam. C. Geregistreerd of Gebruikt te Kwader Trouw
De onder 6.B. genoemde feiten en omstandigheden, die de Eiser met bewijsstukken heeft onderbouwd, duiden erop dat de Verweerder de Domeinnaam uitsluitend heeft geregistreerd om beschuldigingen jegens de Eiser te uiten. Het feit dat de website door de Verweerder na de sommatie van de advocaat van Hogeschool X offline is gehaald duidt daar ook op. Zoals onder 6.B. aangegeven had de Verweerder voor het door hem beoogde doel een alternatieve domeinnaam kunnen registreren en kan het gebruik bovendien verwarring creëren, omdat daardoor ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat de Domeinnaam leidt naar een website van of goedgekeurd door de Eiser. Gezien deze omstandigheden is de Geschillenbeslechter in het kader van de Regeling van oordeel dat de Domeinnaam te kwader trouw is geregistreerd en gebruikt. 7. Uitspraak
Op basis van het bovenstaande en in overeenstemming met de artikelen 1 en 14 van de Regeling beveelt de Geschillenbeslechter de wijziging van de domeinnaamhouder van de Domeinnaam zodat de Eiser in plaats van de Verweerder domeinnaamhouder wordt.
Wolter Wefers Bettink
Geschillenbeslechter
Datum: 12 november 2014

Full & Egal Universal Law Academy