EUR-Lex -  62009TN0230 - NL
Karar Dilini Çevir:
EUR-Lex -  62009TN0230 - NL

15.8.2009   
NL
Publicatieblad van de Europese Unie
C 193/25

Beroep ingesteld op 10 juni 2009 — BT Pension Scheme Trustees/Commissie
(Zaak T-230/09)
2009/C 193/41
Procestaal: Engels

Partijen
Verzoekende partij: BT Pension Scheme Trustees Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: J. Derenne en A. Müller-Rappard, advocaten)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de beschikking nietig verklaren;

subsidiair, artikel 1 van de beschikking nietig verklaren voor zover dit verwijst naar het feit dat de staatssteunmaatregel onrechtmatig tot uitvoering is gebracht, evenals artikel 2, artikel 3, eerste streepje, en artikel 4, voor zover dit verwijst naar de terugvordering van de steun, van de beschikking;

de Commissie verwijzen in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten
Dit beroep is ingesteld door de Trustee of the British Telecommunications Pension Scheme (hierna: „BTPS”) — de pensioenregeling waaraan wordt bijgedragen door British Telecommunications plc (hierna: „BT”) — die verantwoordelijk is voor het beheer van de regeling, met name voor de inning, de belegging van de bijdragen en de betaling van de uitkeringen aan de gepensioneerde medewerkers van BT en de personen te hunner laste, overeenkomstig de op de BTPS betrekking hebbende trustakte en het gemene recht.
Met haar beroep vordert verzoekster nietigverklaring van beschikking C(2009) 685 def. van 11 februari 2009 [staatssteunmaatregel C 55/2007 (ex NN 63/2007, CP 106/2006)], voor zover daarbij de betrokken maatregel — „de vrijstelling”, in het kader van de BTPS, van de betaling van bijdragen aan het Pension Protection Fund (het pensioenbeschermingsfonds; hierna: „PPF”) „voor zover betrekking hebbend op de door de staatsgarantie gedekte pensioenverplichtingen van de begunstigde” — als onrechtmatige en onverenigbare staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, EG is aangemerkt en voor zover daarbij wordt gesteld dat de steun van de begunstigde moet worden teruggevorderd, met rente vanaf de datum van tenuitvoerlegging tot de datum van terugbetaling van de steun.
Met haar eerste middel voert verzoekster aan dat de beschikking artikel 87, lid 1, EG op vier punten heeft geschonden:
Allereerst is de selectiviteitsvoorwaarde geschonden, omdat in de beschikking het juiste referentiesysteem en de doelstelling ervan niet duidelijk zijn bepaald en de Commissie derhalve ten onrechte ervan is uitgegaan dat de BTPS een zogenaamde „vrijstelling” genoot.
Ten tweede wordt gesteld dat de voorwaarde inzake economisch voordeel is geschonden, aangezien de Commissie niet tot de conclusie kon komen dat BT, omdat de Trustee lagere bijdragen aan het PPF betaalt, een economisch voordeel in de zin van artikel 87, lid 1, EG heeft genoten, zonder de algehele situatie van BT te hebben vergeleken met die van haar concurrenten die niet worden geconfronteerd met hetzelfde structurele nadeel als BT wat pensioenkosten betreft.
Ten derde wordt aangevoerd dat de voorwaarde inzake concurrentievervalsing en beïnvloeding van de handel is geschonden, omdat bij gebreke van een voordeel, zoals in het tweede onderdeel aangetoond, er geen sprake kan zijn van concurrentievervalsing en/of beïnvloeding van de handel.
Ten vierde betoogt verzoekster dat de voorwaarde inzake overdracht van staatsmiddelen is geschonden, aangezien de beschikking de overdracht van staatsmiddelen in het kader van de staatsgarantie, niet kon aanmerken als de relevante overdracht van staatsmiddelen voor de kwalificatie als staatssteun van het feit dat de BTPS niet voor deelname aan het PPF in aanmerking kwam.
Met haar tweede middel stelt verzoekster dat de beschikking artikel 253 EG schendt omdat een motivering met betrekking tot de volgende punten ontbreekt:

bij het onderzoek of van een selectief voordeel sprake is, is de motivering op het punt van de beoordeling van het algemeen referentiesysteem tegenstrijdig;

bij het onderzoek van de selectiviteitsvoorwaarde, waar met name het in de relevante rechtspraak voorziene onderzoek in drie fasen niet gedetailleerd is uitgevoerd;

de Commissie heeft beweerdelijk onvoldoende gerechtvaardigd waarom volgens haar de extra verplichtingen van BT bij de privatisering niet relevant zijn voor de beoordeling van de algehele positie van BT op de markt in vergelijking met haar concurrenten;

de Commissie heeft beweerdelijk niet uitgelegd hoe de overdracht van staatsmiddelen in het kader van de staatsgarantie voor meerdere vrijstellingen (op grond van de bepalingen van de Pensions Act van 2004) die uit het bestaan van staatsgaranties voortvloeien, de relevante overdracht van staatsmiddelen kon zijn.
Met haar derde middel stelt verzoekster dat de beschikking het begrip onrechtmatige steun heeft geschonden op grond van artikel 88, lid 3, EG, junctis de artikelen 1, sub f, en 14 van verordening (EG) nr. 659/1999 (1) van de Raad, aangezien er geen sprake is van terug te vorderen steun, noch van BT, noch van de BTPS en haar Trustee, omdat de vermeende steunmaatregel als gevolg van een depotovereenkomst niet tot uitvoering is gebracht.
(1)  Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB 1999 L 83, blz. 1)

Full & Egal Universal Law Academy